SGO 1 op Kampioenskoers

De absolute kraker Erasmus 1 – Overschie 1 is glansrijk gewonnen door de kanjers van ons eerste team. Beide teams namen gemiddeld 2000 Elopunten mee en SGO-1 boekte een afgetekende overwinning met 5,5-2,5. Ondanks de druk van het kampioenschap werd er heel goed gespeeld. Er was een enorme spirit, mede dankzij de vele supporters!

Het kampioenschap kan ons nu bijna niet meer ontgaan. Charlois E-4 stak ons wederom een helpende hand toe door Moerkapelle te verslaan! We staan nu 2 matchpunten en 6 bordpunten voor op de nummer 2 Charlois E-3. We moeten natuurlijk wel scherp blijven en de beste manier is: weer alles geven (concentratie en vechtlust) om het seizoen in stijl af te sluiten met een overwinning op Krimpen a/d IJssel 2.

Erik (bord 1, met wit) speelde een prima pot tegen een zeer gerenommeerde tegenstander Andrzej Pietrow (2043). Een positioneel blok graniet, maar Erik wist toch enige poreuze plekken aan te wijzen. Het witte loperpaar en een zwart achterblijvertje op e6 garandeerden een duurzaam wit voordeel. Maar Andrzej deed zijn degelijke reputatie eer aan: hij wurmde zich los en had na 46 zetten de remise binnen handbereik. Echter, zoals vaker dit seizoen, wist Erik zijn tegenstander weer voor nieuwe problemen te plaatsen en sleepte het volle punt uit het vuur. (1)

Robbert (bord 2, met zwart) speelde een schoolvoorbeeld tegen het Morra-gambiet van Henk Ochtman (2088). Na een originele slagwisseling bereikte wit nog wel gelijkspel, maar even later was toch zwart weer aan het roer. De slotstelling was een overduidelijk gewonnen pionneneindspel, maar Robbert deed zijn vriend Henk toen een aanbod wat hij niet kon afslaan. (½)

Cor (bord 3, met wit) speelde een prachtige partij tegen Zoltan Brindza (2057). De opening was een kolfje naar Cor’s hand: naar eigen zeggen speelde zijn tegenstander net zo “vreemd” (sorry juf Ank, “heel bijzonder”) als hij zelf pleegt te doen. Het vervolg van Cor was zeer voortvarend, positioneel en tactisch optima forma. Ook Fritz kon slechts ademloos toekijken. In een stormachtige aanval werd zwart tot moes geslagen, Cor lustte wel pap van die “Brinta”. (1)

Maurits (bord 4, met zwart) had helaas een off-day tegen Frank van Zutphen (1977). Hij speelde een prima opening tegen 1.c4, maar de witspeler zette het ook heel goed neer en voerde de druk op de damevleugel flink op met 16.Db5 en 17.Tb1. Maurits zag de dreiging 18.Lxc5 wel aankomen, maar zijn riposte 17…Td7 (hoewel heel logisch om Lb7 te dekken) hield deze dreiging niet tegen .. (het beste was 17…Pa5 geweest). Toen 18.Lxc5 met pionwinst tóch werd uitgevoerd moet dat een grote schok voor Maurits zijn geweest. Natuurgetrouw antwoordde hij met een tactische tegenzet 18…Pd4, maar die faalde jammerlijk wegens een ongedekte toren op e8, met stukverlies tot gevolg. Maurits hield daarna nog lang stand, steunde daarmee het team, maar het verlies was onafwendbaar. (0)

Albert (bord 5, met wit) bereikte tegen de Aljechin van Marvin Dekker (1990) groot voordeel in de opening (met dank aan onze trainer Rini Kuijf). In het eindspel zag ik het winstplan kristalhelder voor me: zwart helemaal vastzetten en dan een winnende koningswandeling naar b5. Maar zoals vaker bleek het dubbeltoren eindspel verraderlijk, na een onnauwkeurigheid kwamen de zwarte torens helemaal los en kwam mijn koning in de problemen. Ik wilde geen risico meer nemen en berustte in een zetherhaling. (½)

Rob (bord 6, met zwart) speelde weer een prima pot, ditmaal tegen het Londen systeem van Olivier Vrolijk (2010). Zoals hij zelf naderhand aangaf was er wel een kritiek moment op zet 6, toen hij zijn tegenstander de kans gaf om met 7.g4 van leer te trekken. Maar de heer Vrolijk was blijkbaar niet in de juiste stemming en speelde rustig 7.0-0. Hierna kwam Rob niet meer in de problemen, en na een potje Sumai worstelen ging Olivier in een remisestelling verrassend door zijn vlag. (1)

Karel (bord 7, met wit) speelde een fraaie miniatuur tegen Murdoch Mac Lean (1863) met een winnend loperoffer op h7. Na 20 zetten was de winst binnen, dit was natuurlijk een enorme opsteker voor het team. (1)

Henri (bord 8, met zwart) bleef fier overeind in de brute witte aanval op zijn geliefde opening, waarvan we de naam hier geheim zullen houden, door Alek Dabrowski (1967). Hij bereikte zelfs licht voordeel en scoorde hiermee een belangrijke plusremise. (½)

In de gezamenlijke slotronde in Spijkenisse (Bibliotheek De Boekenberg, Markt 40) op woensdag 11 april spelen wij tegen Krimpen a/d IJssel 2. Zoals in de inleiding al aangegeven is het kampioenschap vrijwel zeker. Bij 2,5 bordpunt (of al eerder bij bordpuntverlies van CE-3) gaan we de champagne ontkurken! Supporters zijn meer dan welkom!

Albert

Back to Top